Een journalist probeert altijd een zo volledig mogelijk verhaal te vertellen. Daarvoor wordt in de journalistiek een ezelsbruggetje gebruikt: de 5W1H-methode. Ze geven antwoord op de vragen: wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
In de methode worden verschillende taalkundige verschijnselen behandeld. Met deze lessuggestie wordt deze theorie toegepast op een (zelfgekozen) artikel.
Onder een foto in de krant of op een nieuwssite staat altijd een onderschrift: een korte uitleg wat er te zien is en waar het bericht over gaat.
In een krant of op een nieuwssite staan allerlei soorten teksten. Van een betoog in de vorm van een recensie tot een uiteenzetting van feiten in bijvoorbeeld een nieuwsbericht.
Er zijn in Nederland allerlei soorten nieuwsmedia die via verschillende kanalen het nieuws brengen. Hoe je het nieuws volgt, verschilt per persoon.
Een nieuwsquiz is een leuke en leerzame manier om te testen wat de leerlingen van het nieuws onthouden hebben.
Nieuwsberichten in de krant of op tv bevatten zowel feiten als meningen. Daarom is het belangrijk om een duidelijk onderscheid tussen deze twee te maken. Maar hoe kun je zien of bijvoorbeeld een uitspraak een feit of een mening is?
Nieuws is overal om ons heen en de hele dag komen we ermee in aanraking. Bijvoorbeeld op Facebook of wanneer je de tv aanzet en het journaal net begint. Nieuws is vaker aanwezig dan veel leerlingen denken.
Nieuwsartikelen zijn uitermate geschikt om te oefenen met begrijpend lezen. Op deze manier maken de leerlingen kennis met het nieuws en passen ze geleerde leesstrategieën toe op actuele teksten.
Journalisten gebruiken voor een nieuwsartikel of -item informatie van derden. Zo dienen persbureaus, deskundigen en getuigen als bron voor het nieuws.